De perfecte werkkamer voor je beeldbelgesprek

Tip 1: gebruik een rustige achtergrond

Alle beeldbelapplicaties stellen de contouren van je gezicht vast. De techniek begrijpt waar je gezicht begint en eindigt en hetzelfde geldt voor je haar. Daarom wordt de omgeving van je gezicht naar de achtergrond verplaatst. Anders zou je zelf niet zichtbaar zijn. Dit gaat goed, tot je beweegt. Dan moet de applicatie rekenen. Gevolg: blokjes in je omgeving omdat de applicatie opnieuw de verhoudingen moet vaststellen.

Je kunt dit voorkomen door voor een rustige achtergrond te gaan zitten. In een kamer met een effen muur zonder al te veel tierelantijnen rondom je gezicht. Dit zorgt ervoor dat de beeldbelapplicatie die je gebruikt je gezicht makkelijk kan onderscheiden van de achtergrond. Hiermee voorkom je het zichtbare renderen dat voor verstoringen in beeld zorgt.

Tip 2: kies voor een groene muur

De meest gekozen kleur in een echte werkkamer is wit. Dus het lijkt logisch om deze kleur ook voor je virtuele werkkamer te kiezen. Niet doen. De meest gedragen kleur is namelijk ook wit. De kans dat je daarom in de omgeving op gaat is groot.

Kies een centrale achtergrondkleur die je nooit draagt. Zodat je niet bij ieder beeldbelgesprek hoeft te denken: moet ik me eerst omkleden? Onze kleurtip is groen omdat deze kleur simpelweg minder gedragen wordt dan bijvoorbeeld blauw, wit of grijs. Heb je blonde haren? Dan is felgroen een afrader omdat je haren deze kleur absorberen. Waardoor je eruit komt te zien als een kantoorpunker.

Tip 3: positioneer de aankleding van je kamer aan de rand van je scherm

Een paar versieringen voor je virtuele werkkamer voorkomen dat je het geheel té klinisch wordt. Een plant of een andere virtuele sfeermaker is daarom zeker aan te raden. Zorg er alleen voor dat deze versieringen aan de rand van je scherm staan.

Hiermee voorkom je dat de aankleding van de kamer afleidt van het hoofddoel: je beeldbelpartners moeten immers contact leggen met jou, niet met je omgeving. Kies bij voorkeur voor een plant, een grote stoel of een lamp (die uit staat). Dus geen schilderijen of andere zaken die te interessant zijn en die andere beeldbellers willen bestuderen.

Tip 4: kies voor een uitgezoomde achtergrond

Hoe dichter je bij de muur zit, hoe groter de kans wordt dat je erin opgaat. Dit effect is van toepassing op zowel een echte als virtuele muur. Zoek dus een uitgezoomde achtergrond.

Voorkom te veel ongelijke diepte in je achtergrond. Dus geen virtuele open deuren, bijvoorbeeld. Je medebeeldbellers zijn geneigd de diepte in te kijken, dus dan ben je het contact even kwijt. Kortom: zoek een achtergrond met een uniforme diepte.

Tip 5: plaats je camera op ooghoogte

Gebruik je een laptop? Dan staat je camera standaard schuin omhoog gericht. Je andere beeldbellers zien je daarom schuin van onderen. Dit geeft een vertekend perspectief, en mogelijk een extra groot voorhoofd. Foto’s van een werkkamer die je kunt gebruiken als virtuele achtergrond worden vanaf ooghoogte gemaakt. Daarom moet je camera ook op ooghoogte gericht staan.

Leg een paar boeken onder je laptop. Je camera komt hierdoor op ooghoogte. Het perspectief van de werkkamer klopt dan wel.

Gebruik je een aparte camera die boven op je scherm staat? Dan heb je dit probleem waarschijnlijk niet. Twijfel je over het perspectief? Start dan een testbeeldbelsessie en maak een foto van je scherm. Dan zie je snel genoeg of je perspectief klopt.